Vertrouwensbeginsel en overheid

In een aantal uitspraken van de Raad van State is te lezen, dat het vertrouwensbeginsel bij bedrijven/burgers groter is dan juridisch correct is.
In die uitspraken hebben bedrijven zich beroepen op mondelinge uitspraken van ambtenaren dan wel andere instanties, zoals een Veiligheidsregio. De Raad van State oordeelt, dat niet kan worden afgegaan op dergelijke mededelingen.

In een van de zaken, die heeft gespeeld is er sprake van een opgelegde dwangsom. Uitgangspunt is, dat zo’n dwangsom ook wordt geïnd, indien de gebreken niet binnen de gestelde begunstigingstermijn zijn hersteld. Het bedrijf heeft gesteld, dat een ambtenaar mondeling uitstel had verleend en de begunstigingstermijn had verlengd. Dergelijke mondelinge contacten waren bij die gemeente gebruikelijk en al eerder was in dergelijke handhavingssituaties op die wijze uitstel verleend.
De Raad van State stelt, dat er geen schriftelijk verzoek tot uitstel is gedaan en dat het bevoegde gezag dit uitstel niet schriftelijk heeft verleend. De Raad oordeelt, dat er geen sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen, dat in deze zaak uitstel zou worden verleend.

In een andere zaak heeft een bedrijf zich beroepen op een uitspraak van een ambtenaar van een Veiligheidsregio en was van mening, dat het College van burgemeester en wethouders van de gemeente aan die uitsprak gebonden was. De Raad van State was van oordeel, dat dit een onjuiste visie is.

In de noot onder deze uitspraken (L.J.A. Damen) wordt het advies gegeven:
1.    ga niet uit van de betrouwbaarheid van de versterkte informatie van de (onbevoegde) ambtenaar;
2.    vraag schriftelijke bevestiging aan het bevoegde gezag;

Als u twijfelt over een dergelijke situatie, neem dan contact op met SCT Juridisch Adviesbureau, telefoon 010 3042850 of per e-mail info@sct-juridischadviesbureau.nl.