Controle op vergunningen; heeft de overheid altijd gelijk?

Vergunningverlening is een secuur werkje voor de desbetreffende overheid ( bijvoorbeeld gemeente of provincie) of zou dat in ieder geval moeten zijn.
In de praktijk blijkt, dat die overheid niet altijd zorgvuldig werkt. De volgende voorbeelden geven dit duidelijk aan:
1.    Er worden activiteiten in de vergunning opgenomen, die niet zijn aangevraagd.
2.    Er wordt vergeten oude vergunningen in te trekken.
3.    De voorschriften zijn niet duidelijk.
4.    Onduidelijkheid over de uitleg van voorschriften of daarbij behorende regelingen.
5.    Bij controle van de vergunning verwijzen naar niet van toepassing zijnde regelingen.
6.    Handhaving op onduidelijke voorschriften of deze naar eigen inzicht interpreteren.
7.    Niet onderbouwen waarop de vermeende overtreding is gebaseerd.

Zeker in bepaalde sectoren van activiteiten, waarbij die overheid van mening is, dat er streng moet worden gehandhaafd, doen zich deze situaties snel(ler) voor. Vaak is die overheid niet bereid om in goed overleg te onderzoeken welke stappen zo’n bedrijf/vergunninghouder zou moeten zetten.

Niet kenbaar beleid, ruimere uitleg voorschriften, in strijd handelen met voorschriften
Binnen bepaalde overheden en de daarmee samenhangende milieudiensten geldt een (voor de vergunninghouder niet kenbaar) beleid, waarop een beroep wordt gedaan. Er wordt door de die overheid gewezen op algemene regels, de zogenaamde “kapstokartikelen”. Deze artikelen zeggen in het algemeen, dat een vergunninghouder bijvoorbeeld veilig moet werken.
Overheden zijn (weleens) geneigd om die voorschriften naar eigen inzicht uit te leggen en gaan daarbij verder dan de desbetreffende regeling of dat desbetreffende voorschrift bepaalt. Met andere woorden de regeling of het voorschrift wordt ruimer uitgelegd dan formeel is omschreven. Er wordt in strijd met die wetgeving e.d. gehandeld.

Een voorbeeld is, dat in het kader van een activiteit met gevaarlijke stoffen is bepaald in de desbetreffende wetgeving/het besluit, dat na een controle op de naleving van de vergunning het verslag van die controle naar de vergunninghouder moet worden gestuurd. Er zijn overheden, die uitdragen, dat zij als beleid hebben, dat zij een dergelijk verslag niet verstrekken. In een brief aan de vergunninghouder wordt dan summier aangegeven hetgeen is geconstateerd. Echter in die verslagen is een uitgebreidere weergave van de bevindingen. Dan is voor de vergunninghouder duidelijk te lezen wat de overheidsinstantie heeft geconstateerd.

Advies
1.    Wees op uw hoede bij controles.
2.    Vraag na op grond waarvan (wetgeving, beleidsregels e.d.) een bepaalde mening door de controleur wordt geuit.
3.    Vraag om het verslag.
4.    Maak zelf een verslag van die controle en zendt dit aan de overheidsinstantie.
5.    In veel gevallen is er sprake van één loket, zoals bij een omgevingsvergunning. Houdt die overheidsinstantie aan als contactpersoon. In een aantal gevallen zijn naast de overheid andere spelers, zoals brandweer, veiligheidsregio’s, arbeidsinspectie e.d. betrokken.
Eén loket houdt in, dat die overheid de zaken moet coördineren met die andere diensten ter voorkoming van tegenstrijdige meningen en standpunten. Het komt voor, dat de brandweer een andere mening heeft over een situatie dan een veiligheidregio.  Blijf weg uit deze discussie en houdt de overheidsinstantie als aanspreekpunt.
6.    Laat u goed en tijdig adviseren over de van toepassing zijn de wetgeving, regelingen, besluiten e.d..

Neem tijdig contact op SCT Juridisch Adviesbureau, telefoon 010-3042850 of per e-mail info@sct-juridischadviesbureau.nl.