Transitievergoeding niet gematigd in zicht van pensioen

De werkgever is geen transitievergoeding verschuldigd bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst in verband met of na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Maar de werkgever moet de oudere werknemer die wordt ontslagen met de pensioengerechtigde leeftijd in zicht wel de volledige transitievergoeding betalen.

Sinds 1 juli 2015 heeft iedere werknemer die minimaal 24 maanden in dienst is van de werkgever als zijn/haar dienstverband door of vanwege de werkgever wordt beëindigd recht op een transitievergoeding.

De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van het aantal gewerkte dienstjaren, de leeftijd van de werknemer en het loon. Zij bedraagt op dit moment ten hoogste een jaarsalaris met een maximum van (in 2017) € 77.000,- bruto.

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch deed hierover op 13 juli 2017 een uitspraak: een werknemer die 38 jaar in dienst was geweest werd na twee jaar arbeidsongeschiktheid ontslagen met een ontslagvergunning van het UWV. Hij kreeg een IVA-uitkering toegekend van UWV. De kantonrechter matigde de transitievergoeding tot € 25.000,= terwijl de transitievergoeding ruim € 73.000 bedroeg.

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde in hoger beroep oordeelde anders. Het is dat het niet de bedoeling van de wetgever een werknemer die een IVA-uitkering krijgt een lagere transitievergoeding toe te kennen. Ook was het niet de bedoeling van de wetgever een werknemer die binnen afzienbare tijd de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt een lagere transitievergoeding toe te kennen. De werkgever werd door het Hof veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 73.514,42 bruto aan de werknemer. Een ‘slapend dienstverband’ was in dit geval voordeliger geweest!

Gezien de heersende jurisprudentie is het slapend laten voortbestaan van een arbeidsovereenkomst niet ongeoorloofd en niet in strijd met goed werkgeverschap. Dit is op 2 augustus jl. nogmaals bevestigd door kantonrechter te Roermond. Maak dus altijd een goede inschatting en een volledige berekening van de kosten die zijn gemoeid met ontslag ten opzichte van het continueren van het dienstverband.